Goos de Boer
Goos de Boer

Een absurd avondje 'oorlogsverslaggeving'

Zondag. Rust. Eindelijk tijd om terug te kijken. Een blik op een absurde avond & nacht in het ooit zo vredige Haren. Vanaf vrijdag 21 september 2012 is alles anders. En dat door een zo onschuldig begonnen feestje, dat volledig uit de klauw is gelopen. Hoe dat kan? Niemand weet het antwoord.

Vrijdagavond. Zo rond een uurtje of half negen. Voel nog die oplopende spanning. Het opgefokte sfeertje daar aan de kop van de Stationsweg. De sfeer slaat langzaam maar zeker om. Je staat erbij, kijkt er naar en doet verslag. De eerste lantaarnpaal slingert heen en weer. Dan een knal. En nog één. Vuurwerk. En zwaar ook. Een piepklein groepje heft spreekkoor tegen de politie aan. Nu gaat het mis; dat voel je.

Dus op zoek naar een plekje om goed waar te kunnen nemen. Het gaat los. Je ziet het gebeuren. Het eerste hek vliegt de lucht in, dan een tak, een winkelwagentje, weer een doffe knal van vuurwerk.

Het groepje ME-ers aan de kop van de Stationsweg is veel te klein om hier een einde aan te kunnen maken. Hoppa, daar gaat weer een hek die kant op. Zoek een plekje in een tuin. Sta geen mens in de weg. En doe verslag. Live. Geen idee of ik nog in de uitzending zit. Altijd doorpraten, is les één voor live-verslaggevers. Nooit roepen: 'horen jullie mij nog'. Dus staan we langs de lijn en doen verslag als ware het een voetbalwedstrijd. En ondertussen blijven uitkijken. Kan net dranghek ontwijken. En daar scheert een stevige tak net over m'n kalende kruin, om tegen de gevel van het huis uitéén te spatten. De bewoner staat - in alle staten - met een hockeystick in de aanslag naast me (jawel, we zijn Haren).

Voel het ongeduld van het kleine clubje ME-ers in de eerste frontlinie: waar blijft de versterking? En dan na ruim 20 minuten komt die er eindelijk. Houdt in sterkte nog niet over. Zie de ME-ers rap uitstappen. De aanval kan worden ingezet. Dan gaat het snel. Geschreeuw, gegil, geren, paniek. Nog steeds geen idee of ik nog in de uitzending zit. Blijven praten.

En dan opeens - uit het niets is daar die ietwat verdwaalde ME-er. Met een waas voor de ogen. Denk dat hij blauwe hesje met PERS, microfoon met bekende oranje plopkap en mijn zender niet eens heeft gezien. Blind en - ik zie het in zijn ogen - ook angstig. Schreeuwt nog iets dat ie me al vaak gewaarschuwd heeft (niet dus). En toegegeven:hij verstaat zijn vak. Bam, bam: daar ligt je dan op de grond. En kijkt daar beneden in het natte gras tegen de fikse tanden van een agressief blaffende politiehond aan. Hartje bonkt. Word boos ook.

Begin wat zwaarder te ademen bij het opstaan; zo hoor ik in mijn koptelefoon die nog half op mijn hoofd hangt. Prent me zelf in: rustig blijven en vooral geen paniek. Hebben mensen thuis niets aan. Doorpraten. Verslag doen; daar sta (lig) je daar voor.

Ben even gedesoriënteerd. Word feitelijk door die ene op tilt geslagen ME-er uit een betrekkelijk veilige situatie de massa in geduwd. Voel de paniek om me heen. Mensen raken ingesloten. Krijgen ook stevige tikken. Sluit even af. Even niet praten; een paar tellen rust om veilig plekkie te zoeken.

Vind een portiek. Zie opeens mijn 'vriend' van net weer mijn richting op komen. Daar staat hij weer, roept hij en komt dreigend mijn kant op. Maar zie daar: een collega ME-er kijkt even mijn kant op en duwt mijn belager lichtjes de andere kant op. Dank, dank. Denk dan: vast een agent uit Groningen (raar, maar waar).

Dan de uitzending weer in. Het gaat snel. Beland weer vlak achter de frontlinie. En doe weer verslag langs de lijn. Kijk om me heen en zie dat de Hilversumse collega's zich zelf veilig hebben opgesloten in hun satellietauto's. Deur op slot. Hoor hier en daar mijn eigen stem uit geparkeerde auto's met vluchters klinken. Later op de avond horen we ons zelf ook regelmatig terug in politie-auto's. Ook zij zijn naarstig op zoek naar informatie over de stand van zaken.

Zie geen collega's om mee heen. Het besef dringt door dat er voor mensen thuis nog maar één live-informatiebron over is. Geldt ook voor collega's die gevlucht zijn en elders vechten tegen hun deadline (en me later bedanken voor de info). Dat schept verplichtingen.

Probeer rustig te blijven. Vooral geen paniek zaaien. Is lastig. De stenen worden steeds groter. Complete keien dreunen vlak naast me op het wegdek. Het wordt lastiger en lastiger overzicht te houden. Er ontstaan steeds meer frontlinies. Moeilijk kiezen. Kom ogen en oren te kort. Sta alleen in klein stukje niemandsland. Kijken wat verderop gebeurt, maar moet ook mijn directe omgeving in de peiling houden. Er vliegt werkelijk van alles door de lucht. Bukken, ontwijken en doorpraten.

Het gaat maar door. Hoe langer het duurt, des te groter worden de vernielingen. Arrestatieteams in burger slagen er in de nodige relschoppers er uit te pikken. De één geeft zich sneller gewonnen dan de ander. Zie inmiddels ook de eerste beschadigde auto's. En brandjes. Gebroken ruiten. Gewonden. Zoals een meisje in uitgaanstenue met fikse hoofdwond. En praat met de eerste bewoners, die nu heel voorzichtigjes hun bedreigde huizen uitkomen.

Pats; vliegt de verbinding er uit. Op zoek naar de door mij onbeheerd achtergelaten reportagewagen, die werkelijk vol in de frontlinie staat. Wonder-boven-wonder nog grotendeels heel. Maar: sleutels weg. Weg kans op nieuwe accu voor mijn zender.  Nu wel even paniek. Zoeken op plek waar we neer gingen. Krijg hulp: zaklantaarns er bij. Mijn telefoon is zo dood als een pier. Leen telefoon en loop weer richting front. Dan maar telefonisch verslag doen.

Hoor later dat sleutels gevonden zijn (dank, dank). We kunnen weer verder. Het centrum van Haren in. Het wordt steeds erger. Plunderen. Overal kapotte ruiten. De eerste brandende auto. Het centrum is één groot oorlogsgebied. Een nog jong meisje wordt door vier mannen uit het strijdgewoel gedragen en languit op straat neergelegd. Ze krijgt hulp en zit - gelukkig - even later weer rechtop.

Krijg knap dorst van praten en nog eens praten; al twaalf uur zonder hap & drankje. Reddende engel is.....een ME-er. Zit in ME-wagen ook even op adem te komen en reikt me flesje water aan. Proost. Woorden zijn niet nodig. Wij begrijpen elkaar.

We gaan beiden weer rap aan de slag. Zie twee grote branden aan de Rijksstraatweg. Fietsen, terrasstoelen; alles gaat op de brandstapel. Absurd. Interview middenstanders, die trillend van woede glas aan het ruimen zijn. Het wordt rond de klok van twaalf uur wat rustiger.

En dan - het is al ver na middernacht - voelen we nattigheid. Regen. En hard ook. En zie daar: het wordt rustiger. Eindelijk. Kom nu vooral jongeren tegen die volledig gedesoriënteerd zijn. Zoeken auto, fiets of station. Helemaal daas.

Blijf verslag doen. Ga tegen enen even zitten. Op bankje voor de kerk. Kijk rond en dan dringt het pas echt goed door hoe extreem en absurd dit is. Niet te bevatten.

Na een paar uur bed zonder de slaap te vatten, is er de volgende dag weinig tijd om er al teveel over na te denken Van studio, via persconferentie naar studio. Merk dat de adrenaline pas een dag later door het lijf giert. Een stortvloed van woorden; ben net een TVG op de eigen zender. Oei, oei; het moet er blijkbaar uit. Tempootje of twee terug graag.

En nu is de rust weer daar na nog een nacht van malen met veel beelden en geluid van het slagveld. Zie een stroom aan complimenten langskomen. Iemand roept zelfs held. Nou ja, zeg. Helden redden mensen. Deed mijn werk; niet meer en niet minder. Zo hoort het ook.

De ME-ers zijn ook niet de helden, hoewel: diep respect. Wat die over zich heen hebben gekregen is nauwelijks te beschrijven. Maar: ook voor hen is het werk.

En dat laatste geldt niet voor de inwoners van Haren. Zij hebben nergens om gevraagd, maar zijn ongewild in een nachtmerrie beland. Geen kleintje ook. Belaagd in hun eigen, volledig veilig geachte omgeving.

En dan is er nog Merthe. Arme, arme meid. Hoop oprecht voor haar dat zij en haar familie deze afschuwelijke film die werkelijkheid is geworden een plekje kunnen geven. Al zal dat heel lastig worden. Oprecht heel veel sterkte! En wat mij betreft laten wij als media jullie vooral met rust.

 

De blogs op deze site zijn geschreven op persoonlijke titel en vallen derhalve niet onder de eindredactionele verantwoordelijkheid van RTV Noord.