Gasminister Kamp kan uitstellen tot Groningen een ons weegt, maar uiteindelijk moet hij toch met het water voor de dokter komen. Zo langzamerhand is Groningen en zelfs politiek Den Haag zijn bewust getreuzel beu.
Begrijpelijk is zijn afwachtende houding wel. Elke dag tijdwinst levert de Staat der Nederlanden in deze economisch barre tijden steeds maar weer een lieve stuiver op. Duidelijk is ook dat Kamp zo lang mogelijk de Groningse goudader wil laten stromen. Tot de laatste druppel.
Lang leek dat getreuzel een politiek slimme zet. Zijn elftal onderzoeken past prima in die vertragingstechniek. En we hadden het kunnen weten: die onderzoeken duren langer dan voorspeld. Pappen & nathouden dus. En maar hopen dat de tijd ook deze wond zou helen.
Niet dus. De strategie van uitstel werkt niet. Het keert zich tegen de minister. Hoe langer het gaat duren; des te groter de onrust. Het borrelt en broeit. Oude feiten worden weer nieuw(s). De informatiestroom wordt dagelijks gevoed tijdens het lange wachten op het ei dat Kamp maar niet wil leggen.
Reken maar dat ook in januari de kous niet af is. Kamp komt dan met een ontwerpbesluit over het winningsplan van de NAM. Dat wordt vervolgens ter inzage gelegd, waarna belanghebbenden kunnen reageren. Dan volgt pas een definitief besluit. Diezelfde betrokkenen kunnen dan weer bezwaar maken bij de Raad van State. Op zeker: dat gebeurt als Kamp de gaskraan ongemoeid laat. Kortom, we zijn dan alweer aardig op weg in 2014 zonder ook maar enige actie. Daar is geen spoeddebat tegen bestand.
Ondertussen blijft de dreiging van nieuwe en vooral zwaardere bevingen Groningen boven het hoofd hangen. Gaat er toch nog iets boven Groningen. Dag-in-dag-uit. Triest genoeg kan het lange wachten maar op één manier doorbroken worden. Inderdaad: met een zware beving. En vooral met persoonlijke ongelukken. Laten we het niet hopen.